Academische zitting en uitreiking van de BeNeLux-Europe-Award 2024
31 mei 2024
aan: vice-premier van België prof. Frank Vandenbroucke en H.K.H. Prinses Margriet der Nederlanden
op 25 mei 2024, Locatie Havenhuis, Zaha Hadidplein, Antwerpen
Samenvatting van de toespraken B.U.C. op 25 mei 2024
Tevens beschikbaar in PDF-formaat
Openingstoespraak door prof.dr. Anton van der Geld, hoogleraar- voorzitter B.U.C.
“Koninklijke Hoogheid, Excellenties, diplomatieke en politieke vertegenwoordigers, afgevaardigden van maatschappelijke en culturele organisaties, collega’s.
Vooreerst heet ik u van harte welkom op deze B.U.C.-bijeenkomst op 25 mei 2024, hier in Antwerpen, in het prachtige Havenhuis, architectorale parel en hoofdzetel van Port of Antwerp-Bruges.
Wij zijn het bestuur van het Havenhuis, met name de voorzitter van de Raad van Bestuur mevrouw Annick De Ridder en de CEO, voorzitter directiecomité, Jacques Vandermeiren erkentelijk voor de geboden gastvrijheid. Die gastgerichtheid wordt vandaag geconcretiseerd door havenambassadeur Marc Van Peel, ere-schepen van Antwerpen.
De eerste minister van de Federale Regering Alexander de Croo heeft zich verontschuldigd en eveneens H.K.H. Prinses Astrid van België. Zij worden weerhouden door hun verplichtingen elders en zij hebben mij verzocht hun felicitaties over te brengen aan de beide laureaten. Het is een waar genoegen om vandaag een belangrijk cluster van onze nieuwe B.U.C.-praktijkleerstoel ‘Duurzame Samenleving’ te kunnen presenteren. Het gaat om welbevinden en gezondheid, twee wezenlijke facetten van het leven die tot uitdrukking komen in levenstevredenheid, zelfbeschikking, verbondenheid. Zij bepalen in hoge mate ons lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn.
Zo kan een leven en werken ontstaan, waarin we goed voor elkaar zorgen en respect hebben voor de aarde door alleen te nemen wat nodig is en niet meer. Dat vraagt om het ritme van de natuur te volgen en verre te blijven van een na-ons-de-zondvloed-houding.
In dit perspectief hebben wij de BeNeLux-Europe-Award 2024 het thema ‘Welbevinden, Gezondheid en Menselijkheid’ meegegeven.
De uitreiking van de Prijs 2024 zal zo dadelijk aan de twee laureaten plaatsvinden: de vicepremier van België prof. Frank Vandenbroucke en H.K.H.-prinses Margriet der Nederlanden. Graag geef ik het woord aan onze gastheer, havenambassadeur Marc Van Peel”.
Welkomsttoespraak namens het Havenhuis door havenambassadeur Marc Van Peel
De havenambassadeur Mark van Peel heette de aanwezigen hartelijk welkom in het Havenhuis, de aandrijving van de grootste economische motor van België. Aan de hand van oude kaarten en prenten schetste hij de bewogen geschiedenis van het Havenhuis.
Het oude gedeelte van het huidige gebouw is een getrouwe replica, gebouwd in 1920 van een 16de-eeuws Hanze magazijn. Het oorspronkelijke gebouw brandde helaas af in 1893. Het herbouwde gebouw deed in de loop van de tijd o.a. dienst als brandweerkazerne. Het huidige Havenhuis is een samengaan van deze oude brandweerkazerne uit 1922 en een moderne nieuwbouw boven het gebouw.
De nieuwbouw doet denken aan een zeilschip, maar ook springt in het oog de facettenstructuur van diamant, evenzeer kenmerkend voor Antwerpen. Van Peel legde uit dat het gebouwencomplex dus een samengaan is van de oude beschermde, in 1922 naar een ontwerp van architect Emiel Van Averbeke opgetrokken brandweerkazerne, en nieuwbouw rond en boven dit gebouw.
Na een architectuurwedstrijd kwam dit project tot stand. Havenambassadeur Van Peel liet enige afgevallen inzendingen van deze wedstrijd zien en ging vervolgens met trots in op de winnende creatie van de beroemde architecte Zaha Hadid. Het ontwerp was in den beginne niet onomstreden, maar staat nu als “landmark” symbool voor de Antwerpse haven. Het imposante gebouw symboliseert ervaring en traditie en daar bovenop innovatie en energietransitie.
Tot slot van zijn welkomsttoespraak wenste de havenambassadeur iedereen een boeiende namiddag in dit uitdagende gebouw.
Laudatio door prof. dr. Anton van der Geld, hoogleraar- voorzitter en prins Charles Louis de Merode, raadsheer
“Een bijzonder moment vormt telkens weer de toekenning van de BeNeLux-Europe-Award. Sinds 1999 wordt deze prijs door onze Stichting uitgereikt aan personen of instellingen die bijzondere prestaties hebben verricht op het gebied van de Benelux-samenwerking en – vriendschap, met aandacht voor en gericht op een verenigd Europa. De Benelux werkt daarbij als motor voor verbeeldingskracht en vernieuwing.
Vandaag is het moment daar om met deze Prijs twee personen uit de Benelux-landen te eren:
Prof. dr. Frank Vandenbroucke, Vice-premier van België, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en H.K.H. Prinses Margriet der Nederlanden, ere-voorzitter Nederlandse Rode Kruis.
Prof. Frank Vandenbroucke is een actieve en bewogen politicus, die passioneel spreekt over zieken, pensioenen, innovaties en productiviteit. In al zijn politieke activiteiten streeft hij naar stabiele ontwikkelingen, steeds gebaseerd op nauwe aansluiting bij menselijke behoeften en steevast in combinatie met weldoordachte rationalisering. Maar hij is behalve politicus ook een gerenommeerd wetenschapper op het brede gebied van maatschappelijke ontwikkelingen en gezondheidszorg.
Hij heeft een groot aantal publicaties met hoge impact op zijn naam staan. Zo bekleedde hij van 2011-2020 de Joop-den-Uyl leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam, specifiek gericht op sociaaldemocratische ontwikkelingen in relatie tot wetenschap en samenleving. Het thema van deze Academische Zitting, Welbevinden, Gezondheid en Menselijkheid, past goed bij onze laureaat Frank Vandenbroucke. Denk aan zijn weliswaar veel tijd vergende, maar ongemeen succesvolle inspanningen, om op de terreinen van sociale zekerheid en volksgezondheid een nieuwe dynamiek op gang te brengen. Dat was niet altijd gemakkelijk. In zijn eigen woorden uitgedrukt: ́hervormen is puzzelen’. Kenmerkende uitspraken van hem zijn: “Ik doe aan politiek, omdat gezondheidszorg mijn eerste liefde is”, en “Vooruitgang gaat gepaard met de vier v’s: verzekeren, verzorgen, verbinden en verheffen”.
Prinses Margriet zet zich van jongs af aan in voor het Rode Kruis. Als verpleeg-assistente voer zij mee op het hospitaalschip Henri Dunant.
Later vervulde ze bestuurlijke functies bij de Nederlandse afdeling van het Rode Kruis en was zij in de jaren negentig president van het Internationale Rode Kruis en Halve Maan. De gezondheidszorg, de gehandicaptensport en de cultuur vormen haar primaire aandachtsvelden.
Voor dit werk bracht zij vele bezoeken aan probleemregio’s in de wereld, maar ook in eigen land worden instellingen van gezondheidszorg frequent door haar bezocht.
Van 1987 tot 2011 heeft zij de functie van vice-voorzitter vervuld.
Als dank voor haar grote inzet en sterke betrokkenheid is in 2011 het Prinses Margriet Fonds en in 2019 de Prinses Margriet-leerstoel (Twente University) opgericht ten behoeve van een betere voorbereiding op natuurrampen. Sinds 2023 is professor Marc van den Homberg hoogleraar op deze leerstoel.
De prinses was sinds 1967 ook actief binnen het Internationale Rode Kruis. Jarenlang was zij voorzitter van het hoogste internationale orgaan van het Rode Kruis: de Standing Commission.
De vele eretekens die haar de afgelopen jaren zijn toegekend getuigen van de grote waardering voor haar bijzondere inspanningen.
Een kenmerkende uitspraak van haar: “De rode draad van mijn werk wordt gevormd door aandacht voor het welbevinden van mensen”. Deze uitspraak maakt meer dan duidelijk haar grote affiniteit met het thema van deze academische zitting: Welbevinden, Gezondheid en Menselijkheid”.
Toespraak door staatsminister prof. Jan Peter Balkenende, hoofdtitularis B.U.C. en voorzitter Ere-College BeNeLux-laureaten
Aansluitend bij de opvattingen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) betoogde staatsminister Balkenende dat gezondheid veel meer omvat dan louter de afwezigheid van ziek zijn. Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekten of gebreken. Het gaat ten diepste om de kwaliteit van leven.
Prof. Balkenende waarschuwde dat de gezondheidszorg in toenemende mate onder grote druk staat: het systeem wordt onbetaalbaar en er zijn onvoldoende mensen om de kwaliteit van de zorg te waarborgen.
De wissels moeten daarom dringend worden omgezet en nieuwe creativiteit is nodig. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn Artificial Intelligence en het doorbreken van gevestigde belangen.
In het kader van de academische zitting legde hij de focus op welbevinden en menselijkheid, twee zeer belangrijke perspectieven. Welbevinden houdt verband met de Well-being economy, de door de Verenigde Naties in een nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030 vastgestelde Sustainable Development Goals, de aanpak van welvaartziekten, het belang van leefstijl en preventie.
Menselijkheid veronderstelt een visie die veel verder gaat dan de positie van het individu: onderling hulpbetoon, initiatief van onderop, gemeenschappelijkheid, een verantwoordelijke, duurzame samenleving, de human touch. Gezondheid vraagt om een hoopvol perspectief: duurzaam, inclusief en innovatief. Voortvarendheid is nodig en geen dag mag verloren gaan. Daarvoor staat er te veel op het spel.
Toespraak door staatsminister prof. Mark burggraaf Eyskens, hoofdtitularis B.U.C. en voorzitter BeNeLux-Europa-kring
Minister Eyskens stelde zich de vraag: Wordt Homo sapiens robot sapiens?
Hij vroeg in zijn voordracht aandacht voor de vele veranderingen, ingrijpend en bijna onvatbaar, die zich thans voordoen. De burger voelt zich verdwaald en ankerloos. Er is stijgende welvaart, maar het welzijn houdt daarmee geen gelijke tred. Het dagelijkse journaal serveert onophoudelijk breaking news vol onheil.
Nooit waren de veranderingen in alle domeinen zo snel, zo grondig als vandaag. Nooit werden zij zo uitvoerig verspreid dankzij de moderne communicatietechnologieën en meer recent de artificiële intelligentie. Onder het ancien régime waren de veranderingen zo traag dat weinig mensen ze opmerkten. Vandaag zijn de veranderingen zo diepgaand, omwentelend en frequent dat weinig mensen ze opmerken, of er althans niet de gevolgen van weten in te schatten.
De aarde is nog steeds hard en rond. Maar de wereld werd vlak en vloeibaar. De wereld is ons dorp. Wat niet belet dat voor veel leden van de mensheid hun dorp nog steeds de wereld is. Deze tegenstelling zet de democratieën onder druk en verhoogt de aantrekkingskracht van autocratische politieke regimes.
Artificiële intelligentie kan in deze context misbruikt worden waarbij natuurlijke dwaasheid het beleid van de polis gaat beheersen. Het gevaar is aanwezig dat de mens te veel geïnstrumentaliseerd wordt ten koste van de menselijkheid. Zo wordt de homo sapiens de robot sapiens!
Epiloog: door staatsminister prof. Herman Van Rompuy, beschermheer, hoofdtitularis B.U.C.
Staatsminister Herman Van Rompuy ziet aanduidingen Oost en West als container begrippen. Langs beide kanten verbergen ze enorme verschillen. Het Oosten verwijst naar het Verre Oosten en niet naar het Midden-Oosten van de Islam. In het Westen is het steeds moeilijker om een eenduidig waarden- en cultuurpatroon te omschrijven.
In drie grote tradities vind je volgens hem dezelfde kernwaarde: naastenliefde in het christendom, menselijkheid in Confucius en mededogen in Boeddha.
Confucius zei in de Analects: “Binnen de vier zeeën zijn we allemaal broeders”. Het Europese volkslied, Beethoven en Schiller gebruikten dezelfde woorden.
Oost en west gaan volgens Van Rompuy door een overgangsperiode zonder goed te weten waar die transitie toe leidt.
Vergeleken met het Westen denkt het Oosten meer in cirkels dan in rechte lijnen. Het Oosten is zich meer bewust van de onderlinge relaties en verbindingen tussen mensen, tussen verstand en hart, tussen hemel en aarde, tussen het verleden en het heden, tussen de natuur en de mens, tussen de levenden en hun voorouders.
Hiertegenover staat de moderne manie van het nieuwe, van het laatste nieuws, van het laatste internetbericht. Natuurlijk is innovatie belangrijk en mag traditie niet leiden tot verstarring, maar vandaag de dag is de balans vaak zoek, zowel in het Oosten als in het Westen.
Het Westen is meer geïnspireerd door de Griekse oude held Prometheus die durft wat nog niet gedurfd is, die verlangt naar het onmogelijke. Een soort ‘vooruitgangsgeloof’. In het Westen is er een groeiende behoefte om opnieuw contact te maken met de natuur en met de spirituele wortels van het mens-zijn. In het Oosten worden innovatie en creativiteit ook in de materiële wereld steeds dominanter.
Leren leven met verschillen is een nieuwe opgave niet alleen tussen Oost en West maar binnen het Oosten en binnen het Westen.
Het punt van staatsminister Herman Van Rompuy is, dat de werkelijke convergentie tussen mensen van verschillende horizonten altijd mogelijk is als je teruggaat naar ‘het eeuwige menselijke’. In principe zijn we allemaal hetzelfde als mens. En we zijn allemaal gelijk. Politici en ideologen benadrukken meestal de verschillen om mensen achter hun verhaal te krijgen.
De wortel van harmonie is respect. De grote uitdaging is om deze verworvenheid vast te houden en onze samenlevingen nieuw leven in te blazen om fragmentatie en polarisatie te voorkomen. Alleen sterke gemeenschappen kunnen werken voor het algemeen welzijn, de ‘common good’.
Afronding en sluiting door prof. Guus van Heck, hoofdtitularis B.U.C.
Ter afronding van deze academische zitting beklemtoonde prof. Guus van Heck dat alle bijdragen tijdens de Academische Zitting voor precisering en verdieping van het thema hebben gezorgd. Vooral van de term ‘menselijkheid’. Hij stelde dat zo’n precisering en verdieping nodig is in de onzekere wereld van vandaag waarin herstructureringen en ingrijpende veranderingen aan de orde van de dag zijn.
Welbevinden en gezondheid zijn onlosmakelijk verbonden met het begrip ‘Kwaliteit van Leven’. In wezen gaat het daarbij over een evenwichtige balans tussen behoeften en verlangens enerzijds en de mate waarin die vervuld worden anderzijds. Geen pijn en ongemak, voldoende energie, geen vermoeidheid, tevreden zijn en je gelukkig voelen, positieve gevoelens hebben, helder van geest zijn, goede sociale relaties hebben, genegenheid ervaren, veiligheid, vrijheid van meningsuiting.
Tot slot betoogde prof Van Heck: “Daar waar sympathie, mededogen, medelijden en empathie niet verder gaan dan bezorgdheid en invoelend begrijpen, kent ware compassie een actiecomponent. Niet ‘Ik heb met je te doen, maar ik doe wat voor je!’ Bij menselijkheid gaat het om compassie, om anderen te verlichten, niet in de zin van meer licht en inzicht verschaffen, maar het minder zwaar maken voor de ander. Het gaat om concrete steun”.